Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

inside

zelfstandig naamwoord

1 inside

The region that is inside of something.

synoniem: interior.

Roget 190: contents; cargo, lading, freight, shipment, load, bale, burden, jag; cartload, shipload; cup of, basket of, etc. ... meer laten zien

Roget 221: interiority; inside, interior; interspace, subsoil, substratum; intrados.    contents etc. 190; substance, pith, marrow; backbone ... meer laten zien

Nederlands: binnenkant, binnenste, binnenwerk, inwendige
Pools: wnętrze, środek

2 inside

The inner or enclosed surface of something.

synoniem: interior.

Nederlands: binnenkant, binnenzijde
Pools: spód

bijvoeglijk naamwoord

1 inside

Relating to or being on the side closer to the center or within a defined space.

2 inside

Being or applying to the inside of a building.

3 inside

Confined to an exclusive group:
— Inside information.

synoniemen: inner, privileged.

Roget 221: interior, internal; inner, inside, inward, intraregarding; inmost, innermost; deep seated, gut; intestine, intestinal; inland; subcutaneous; ... meer laten zien

4 inside

Away from the outer edge.

bijwoord

1 inside

Within a building:
— In winter we play inside.

synoniem: indoors.

2 inside

On the inside:
— Inside, the car is a mess.

synoniem: within.

3 inside

With respect to private feelings.

synoniem: inwardly.

4 inside

In reality.

synoniemen: at bottom, at heart, deep down, in spite of appearance.


Moby betekeniswoordenboek: advantaged, advantageous, arranged, at, at bottom, auricular, backing, backwards, basically, between us, bosom, bowels, breast, by nature, center, center of life, central, clandestine, closet, confidential ... meer laten zien.

Vind elders meer over inside: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.1049