Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

knuckle

zelfstandig naamwoord

1 knuckle

A joint of a finger when the fist is closed.

synoniemen: knuckle joint, metacarpophalangeal joint.

Roget 244: angularity, angularness; aduncity; angle, cusp, bend; fold etc. 258; notch etc. 257; fork, bifurcation.    ... meer laten zien

Nederlands: knokkel
Pools: kłykieć, knykieć

werkwoord

1 knuckle

Press or rub with the knuckles.

2 knuckle

Shoot a marble while keeping one's knuckles on the ground.


Moby betekeniswoordenboek: Chateaubriand, ankle, articulation, blade roast, boundary, bow, breast, brisket, butt, capitulate, cave, cervix, chuck, chuck roast, clinch, clod, closure, cold cuts, connecting link, connecting rod ... meer laten zien.

Vind elders meer over knuckle: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0315