- macaronic als bijvoeglijk naamwoord:
- 1
macaronic
bijvoeglijk naamwoord
1 macaronic
Of or containing a mixture of Latin words and vernacular words jumbled together.
Roget 497: absurd, nonsensical, preposterous, egregious, senseless, inconsistent, ridiculous, extravagant, quibbling; self-annulling, self-contradictory; macaronic†, punning. foolish ... meer laten zien
Nederlands: macaronisch
zelfstandig naamwoord
Roget 497: absurdity, absurdness etc. adj.; imbecility etc. 499; alogy†, nonsense, utter nonsense; paradox, inconsistency; stultiloquy†, ... meer laten zien
Vind elders meer over macaronic: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0209