Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

mackerel

zelfstandig naamwoord

1 mackerel

Flesh of very important usually small (to 18 in) fatty Atlantic fish.

Roget 440: variegation; colors, dichroism, trichroism; iridescence, play of colors, polychrome, maculation, spottiness, striae.    spectrum, rainbow, iris, tulip, ... meer laten zien

Roget 962: libertine; voluptuary etc. 954.1; rake, debauchee, loose fish, rip, rakehell, fast man; intrigant, gallant, seducer, fornicator, ... meer laten zien

Roget 366: animal, animal kingdom; fauna; brute creation.    beast, brute, creature, critter [U.S.]; wight, created being; creeping thing, living thing; dumb animal, ... meer laten zien

Pools: skumbria

2 mackerel

Any of various fishes of the family Scombridae.

Nederlands: makreel
Pools: makrela, makrela atlantycka, skumbria


Vind elders meer over mackerel: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0352