Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

swan

zelfstandig naamwoord

1 swan

Stately heavy-bodied aquatic bird with very long neck and usually white plumage as adult.

Roget 366: animal, animal kingdom; fauna; brute creation.    beast, brute, creature, critter [U.S.]; wight, created being; creeping thing, living thing; dumb animal, ... meer laten zien

Nederlands: zwaan
Pools: łabędź

werkwoord

1 swan

To declare or affirm solemnly and formally as true.

synoniemen: affirm, assert, aver, avow, swear, verify.

Nederlands: erkennen, beamen, affirmeren, bekrachtigen, bevestigen

2 swan

Move about aimlessly or without any destination, often in search of food or employment.

synoniemen: cast, drift, ramble, range, roam, roll, rove, stray, tramp, vagabond ... meer laten zien.

Nederlands: rondlopen, vreemdgaan, dolen, wandelen, rondwandelen, dwalen, ronddolen, zwerven

3 swan

Sweep majestically.


Moby betekeniswoordenboek: alabaster, avifauna, baby bird, bird, bird of Jove, bird of Juno, bird of Minerva, bird of night, bird of passage, bird of prey, birdie, birdlife, birdy, cage bird, chalk, chick, cygnet, diving bird, dove, driven snow ... meer laten zien.

Vind elders meer over swan: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0587