Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

mastic

zelfstandig naamwoord

1 mastic

An aromatic exudate from the mastic tree; used chiefly in varnishes.

Roget 356a: resin, rosin; gum; lac, sealing wax; amber, ambergris; bitumen, pitch, tar; asphalt, asphaltum; camphor; ... meer laten zien

Nederlands: mastaka, mastiek
Pools: mastyks, mastyka

2 mastic

A pasty cement used as an adhesive or filler.

Nederlands: mastiek
Pools: mastyks asfaltowy

3 mastic

An evergreen shrub of the Mediterranean region that is cultivated for its resin.

synoniemen: lentisk, mastic tree, Pistacia lentiscus.

Nederlands: mastiekboom
Pools: pistacja kleista, lentyszek, drzewo mastyksowe


bijvoeglijk naamwoord

Roget 352: semifluid, semiliquid; tremellose; half melted, half frozen; milky, muddy etc. n.; lacteal, lactean, lacteous, lactescent, lactiferous; ... meer laten zien

Vind elders meer over mastic: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0509