Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

nut

zelfstandig naamwoord

1 nut

Usually large hard-shelled seed.

2 Nut

Egyptian goddess of the sky.

3 nut

A small (usually square or hexagonal) metal block with internal screw thread to be fitted onto a bolt.

Nederlands: bal, zot, teelbal, moer, zottin, gek, kop, gekkin
Pools: nakrętka, dokrętka

4 nut

Half the width of an em.

synoniem: en.

5 nut

A whimsically eccentric person.

synoniemen: crackpot, crank, fruitcake, nut case, screwball.

Nederlands: excentriekeling

6 nut

Someone who is so ardently devoted to something that it resembles an addiction:
— A car nut.

synoniemen: addict, freak, junkie, junky.

7 nut

One of the two male reproductive glands that produce spermatozoa and secrete androgens.

synoniemen: ball, ballock, bollock, egg, orchis, testicle, testis.

Nederlands: bal, geslachtsklier, kloot, teelbal, testikel, testis, zaadbal
Pools: jajo, jajco

werkwoord

1 nut

Gather nuts.


Moby betekeniswoordenboek: Brazil nut, English walnut, Macadamia nut, acorn, addict, aficionado, alien, aliene, almond, almond paste, amande, amande douce, amandes mondees, amateur, authority, bean, bedlamite, beechnut, ben nut, berry ... meer laten zien.

Vind elders meer over nut: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0662