Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

flake

zelfstandig naamwoord

1 flake

A crystal of snow.

synoniem: snowflake.

Roget 204: layer, stratum, strata, course, bed, zone, substratum, substrata, floor, flag, stage, story, tier, slab, ... meer laten zien

Nederlands: sneeuwvlok, vlok
Pools: śnieżynka, śnieżyczka, płatek śniegu

2 flake

A person with an unusual or odd personality.

synoniemen: eccentric, eccentric person, geek, oddball.

Nederlands: excentrieke, lafaard, rare, eigenaardige, exentriekeling, buitenbeentje, creatuur, geitebreier, geitenbreier, knakker ... meer laten zien
Pools: cudak, dziwadło, dziwak, wybryk natury

3 flake

A small fragment of something broken off from the whole.

synoniemen: bit, chip, fleck, scrap.

Nederlands: deel, part, scherf, schilfer, stuk, vlok
Pools: odprysk

werkwoord

1 flake

Form into flakes.

2 flake

Cover with flakes or as if with flakes.

3 flake

Come off in flakes or thin small pieces.

synoniemen: flake off, peel, peel off.

Nederlands: afbladderen, afschilferen, bladderen, schilferen, verschilferen


Moby betekeniswoordenboek: aliene, arrange in layers, avalanche, band, bar, bedlamite, bespangle, bespeckle, bespot, bit, blizzard, blotch, borderline case, character, check, checker, chip, collapse, crackbrain, crackpot ... meer laten zien.

Vind elders meer over flake: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0443