Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

fruit

zelfstandig naamwoord

1 fruit

The ripened reproductive body of a seed plant.

Roget 154: effect, consequence; aftergrowth, aftercome; derivative, derivation; result; resultant, resultance; upshot, issue, denouement; end ... meer laten zien

Roget 161: production, creation, construction, formation, fabrication, manufacture; building, architecture, erection, edification; coinage; diaster; organization; ... meer laten zien

Roget 775: acquisition; gaining etc. v.; obtainment; procuration, procurement; purchase, descent, inheritance; gift etc. 784.    recovery, ... meer laten zien

Nederlands: ooft, fruit, vrucht, zaadbol
Pools: owoc

2 fruit

An amount of a product.

synoniem: yield.

3 fruit

The consequence of some effort or action.

Nederlands: fruit
Pools: efekt, rezultat, wynik

werkwoord

1 fruit

Cause to bear fruit.

2 fruit

Bear fruit.


Moby betekeniswoordenboek: Catawba, Persian melon, Valencia orange, acorn, advantages, aftermath, akee, alligator pear, ananas, apple, apricot, artifact, auntie, avocado, banana, bear, bear fruit, bearberry, bearing, benefits ... meer laten zien.

Vind elders meer over fruit: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0554