Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

piste

zelfstandig naamwoord

1 piste

A flat rectangular area for fencing bouts.

Roget 551: trace, vestige, relic, remains; scar, cicatrix; footstep, footmark, footprint; pug; track mark, wake, trail, scent, ... meer laten zien

2 piste

A ski run densely packed with snow.


Vind elders meer over piste: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0177