Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

certificate

zelfstandig naamwoord

1 certificate

A document attesting to the truth of certain stated facts.

synoniemen: certification, credential, credentials.

Roget 467: evidence; facts, premises, data, praecognita [Lat.], grounds.    indication etc. 550; criterion etc. (test) 463.    testimony, ... meer laten zien

Roget 551: trace, vestige, relic, remains; scar, cicatrix; footstep, footmark, footprint; pug; track mark, wake, trail, scent, ... meer laten zien

Nederlands: accreditief, akte, attest, attestatie, certificaat, geloofsbrief, getuige, getuigschrift, verklaring
Pools: certyfikat

2 certificate

A formal declaration that documents a fact of relevance to finance and investment; the holder has a right to receive interest or dividends.

synoniem: security.

Roget 771: security; guaranty, guarantee; gage, warranty, bond, tie, pledge, plight, mortgage, collateral, debenture, hypothecation, ... meer laten zien

Nederlands: belegging, certificaat
Pools: papier wartościowy, walor

werkwoord

1 certificate

Present someone with a certificate.

Nederlands: diplomeren

2 certificate

Authorize by certificate.


Moby betekeniswoordenboek: CD, IOU, MO, acceptance, acceptance bill, affidavit, attestation, authority, authorization, bank acceptance, bank check, bill, bill of draft, bill of exchange, bill of health, blank check, certificate of deposit, certificate of proficiency, certification, certified check ... meer laten zien.

Vind elders meer over certificate: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0403