- plumage als zelfstandig naamwoord:
- 1
plumage
zelfstandig naamwoord
1 plumage
The light horny waterproof structure forming the external covering of birds.
Roget 256: roughness etc. adj.; tooth, grain, texture, ripple; asperity, rugosity†, salebrosity†, corrugation, nodosity†; arborescence† ... meer laten zien
Nederlands: al gezien al gedaan, gevederte, pluim, pluimage, veder, veer, verenkleed
Pools: piĆ³ro
Vind elders meer over plumage: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0293