Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

presage

zelfstandig naamwoord

1 presage

A foreboding about what is about to happen.

2 presage

A sign of something about to happen.

synoniemen: omen, portent, prodigy, prognostic, prognostication.

Roget 512: omen, portent, presage, prognostic, augury, auspice; sign etc. (indication) 550; harbinger etc. (precursor) 64; ... meer laten zien

Nederlands: voorspook, voorteken, prefiguratie, voorafschaduwing, voorbode, voorloper

werkwoord

1 presage

Indicate, as with a sign or an omen.

synoniemen: augur, auspicate, betoken, bode, forecast, foreshadow, foretell, omen, portend, predict ... meer laten zien.

Roget 116: precede, come before; forerun; go before etc. (lead) 280; preexist; dawn; presage etc. 511; herald, usher in.    ... meer laten zien

Roget 511: predict, prognosticate, prophesy, vaticinate, divine, foretell, soothsay, augurate, tell fortunes; cast a horoscope, cast a nativity; advise; forewarn ... meer laten zien

Nederlands: voorbeduiden, beduiden, aankondigen, voorspellen, waarzeggen, wichelen


Moby betekeniswoordenboek: actuarial prediction, adumbrate, apocalypse, apprehensiveness, augur, augury, auspicate, bespeak, betoken, bode, boding, cast a horoscope, cast a nativity, clairvoyance, divine, dope, dope out, dowse for water, forebode, foreboding ... meer laten zien.

Vind elders meer over presage: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0429