Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

project

zelfstandig naamwoord

1 project

Any piece of work that is undertaken or attempted.

synoniemen: labor, task, undertaking.

Roget 537: teaching etc. v.; instruction; edification; education; tuition; tutorage, tutelage; direction, guidance; opsimathy.    qualification, ... meer laten zien

Roget 626: plan, scheme, design, project; proposal, proposition, suggestion; resolution, motion; precaution etc. (provision) 673; deep-laid plan ... meer laten zien

Roget 620: intent, intention, intentionality; purpose; quo animo [Lat.]; project etc. 626; undertaking etc. 676; predetermination etc. 611; ... meer laten zien

Roget 611: predestination, preordination, premeditation, predeliberation, predetermination; foregone conclusion, fait accompli [Fr.]; parti pris [Fr.]; resolve, propendency; intention etc. 620; project ... meer laten zien

Nederlands: Rome is niet op één dag gebouwd, doel, taak, werklast
Pools: przedsięwzięcie

2 project

A planned undertaking.

synoniem: projection.

Nederlands: project

werkwoord

1 project

Communicate vividly.

Roget 511: predict, prognosticate, prophesy, vaticinate, divine, foretell, soothsay, augurate, tell fortunes; cast a horoscope, cast a nativity; advise; forewarn ... meer laten zien

2 project

Extend out or project in space.

synoniemen: jut, jut out, protrude, stick out.

Roget 250: be prominent etc. adj.; project, bulge, protrude, pout, bouge [Fr.], bunch; jut out, stand out, stick out, poke out; stick up, ... meer laten zien

Nederlands: pieken, springen, uitspringen, uitstaan, uitsteken

3 project

Transfer (ideas or principles) from one domain into another.

4 project

Project on a screen.

Nederlands: projecteren

5 project

Cause to be heard.

6 project

Draw a projection of.

Nederlands: projecteren

7 project

Make or work out a plan for; devise.

synoniemen: contrive, design, plan.

Roget 626: plan, scheme, design, frame, contrive, project, forecast, sketch; devise, invent etc. (imagine) 515; set one's wits to work ... meer laten zien

Roget 620: intend, purpose, design, mean; have to; propose to oneself; harbor a design; have in view, have in contemplation, have in one's eye, have in petto; have an eye to.    bid for, labor for; ... meer laten zien

Nederlands: ontwerpen, bedenken, concipiëren, plannen, uitdenken, uitstippelen, verzinnen, vinden

8 project

Present for consideration, examination, criticism, etc.:
— The candidate projects himself as a moderate and a reformer.

synoniem: propose.

9 project

Imagine; conceive of; see in one's mind.

synoniemen: envision, fancy, figure, image, picture, see, visualise, visualize.

10 project

Put or send forth.

synoniemen: cast, contrive, throw.

Roget 284: propel, project, throw, fling, cast, pitch, chuck, toss, jerk, heave, shy, hurl; flirt, fillip.    ... meer laten zien

11 project

Throw, send, or cast forward:
— Project a missile.

synoniem: send off.

12 project

Regard as objective.

synoniemen: externalise, externalize.


Moby betekeniswoordenboek: activity, actualize, adumbrate, adventure, affair, aftertime, afteryears, aim, aim at, aller sans dire, ambition, animus, anticipate, approach, arrange, aspiration, aspire after, aspire to, assignment, attempt ... meer laten zien.

Vind elders meer over project: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0684