Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

profligacy

zelfstandig naamwoord

1 profligacy

The trait of spending extravagantly.

synoniemen: extravagance, prodigality.

Roget 945: vice; evil-doing, evil courses; wrongdoing; wickedness, viciousness etc. adj.; iniquity, peccability, demerit; sin, Adam; old Adam, ... meer laten zien

Pools: utracjuszostwo

2 profligacy

Dissolute indulgence in sensual pleasure.

synoniemen: dissipation, dissolution, licentiousness, looseness.


Moby betekeniswoordenboek: carnality, corruption, debauchery, degeneracy, depravity, dissipation, dissoluteness, eroticism, evil, excess, exorbitance, extravagance, immorality, improvidence, indecency, lasciviousness, lavishness, lechery, lewdness, libertinism ... meer laten zien.

Vind elders meer over profligacy: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0305