Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

spendthrift

zelfstandig naamwoord

1 spendthrift

Someone who spends money prodigally.

synoniemen: scattergood, spend-all, spender.

Roget 818: prodigality, prodigence; unthriftiness, waste; profusion, profuseness; extravagance; squandering etc. v.; malversation.    prodigal; spendthrift, waste thrift; ... meer laten zien

Nederlands: uitgever
Pools: rozrzutnik, zbytnik

bijvoeglijk naamwoord

1 spendthrift

Recklessly wasteful.

synoniemen: extravagant, prodigal, profligate.


Moby betekeniswoordenboek: big-time spender, dissipative, easy come, easy go, extravagant, improvident, incontinent, intemperate, lavish, overgenerous, overlavish, overliberal, penny-wise and pound-foolish, pound-foolish, prodigal, prodigal son, profligate, profuse, spend-all, spender ... meer laten zien.

Vind elders meer over spendthrift: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0177