Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

snappy

bijvoeglijk naamwoord

1 snappy

Apt to speak irritably.

synoniem: snappish.

2 snappy

Smart and fashionable:
— Snappy conversation.

synoniem: whipping.

3 snappy

Pleasantly cold and invigorating:
— Snappy weather.

synoniemen: crisp, frosty, nipping, nippy.

4 snappy

Marked by up-to-dateness in dress and manners.

synoniemen: dapper, dashing, jaunty, natty, raffish, rakish, spiffy, spruce.

5 snappy

Quick and energetic:
— A snappy pace.

synoniemen: alert, brisk, lively, merry, rattling, spanking, zippy.


Moby betekeniswoordenboek: Siberian, active, activist, activistic, acute, aggressive, agile, algid, alive, animated, arctic, below zero, biting, bitter, bitterly cold, bleak, boreal, bouncing, bouncy, breakneck ... meer laten zien.

Vind elders meer over snappy: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.043