Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

irritability

zelfstandig naamwoord

1 irritability

An irritable petulant feeling.

synoniemen: choler, crossness, fretfulness, fussiness, peevishness, petulance.

Roget 901: irascibility, irascibleness, temper; crossness etc. adj.; susceptibility, procacity, petulance, irritability, tartness, acerbity, protervity; pugnacity ... meer laten zien

Nederlands: prikkelbaarheid
Pools: drażliwość

2 irritability

Excessive sensitivity of an organ or body part.

synoniem: excitability.

Roget 825: excitability, impetuosity, vehemence; boisterousness etc. adj.; turbulence; impatience, intolerance, nonendurance; irritability etc. (irascibility) 901; ... meer laten zien

3 irritability

A disposition to exhibit uncontrolled anger.

synoniemen: biliousness, peevishness, pettishness, snappishness, surliness, temper.

Nederlands: snibbigheid
Pools: wybuchowość


Vind elders meer over irritability: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0355