Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

frost

zelfstandig naamwoord

1 frost

Ice crystals forming a white deposit (especially on objects outside).

synoniemen: hoar, hoarfrost, rime.

Roget 383: cold, coldness etc. adj.; frigidity, inclemency, fresco.    winter; depth of winter, hard winter; Siberia, Nova Zembla; wind-chill factor.    ... meer laten zien

Nederlands: vorst, rijm, rijp
Pools: mróz, szron

2 frost

Weather cold enough to cause freezing.

synoniem: freeze.

Nederlands: vorst, afstandelijkheid, onpersoonlijkheid
Pools: mróz, zimnica, ziąb

3 frost

The formation of frost or ice on a surface.

synoniem: icing.

Nederlands: ijzel

4 Frost

United States poet famous for his lyrical poems on country life in New England (1874-1963).

synoniemen: Robert Frost, Robert Lee Frost.

werkwoord

1 frost

Decorate with frosting:
— Frost a cake.

synoniem: ice.

2 frost

Provide with a rough or speckled surface or appearance.

3 frost

Cover with frost.

4 frost

Damage by frost.


Moby betekeniswoordenboek: Jack Frost, benumb, besnow, bite, bitter weather, black frost, blanch, bleach, bleak weather, bomb, bust, cap, chalk, chill, chilliness, climax, cold snap, cold wave, cold weather, coldness ... meer laten zien.

Vind elders meer over frost: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0412