- snowfall als zelfstandig naamwoord:
- 1
snowfall
zelfstandig naamwoord
1 snowfall
Precipitation falling from clouds in the form of ice crystals.
synoniem: snow.
Nederlands: sneeuwwit, sneeuwen, sneeuw, sneeuwval
Pools: śnieżek
Moby betekeniswoordenboek: avalanche, blizzard, crystal, driven snow, flake, flurry, granular snow, igloo, mantle of snow, mogul, slosh, slush, snow, snow banner, snow bed, snow blanket, snow blast, snow fence, snow flurry, snow roller ... meer laten zien.
Vind elders meer over snowfall: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0259