Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

snowflake

zelfstandig naamwoord

1 snowflake

A crystal of snow.

synoniem: flake.

Roget 383: cold, coldness etc. adj.; frigidity, inclemency, fresco.    winter; depth of winter, hard winter; Siberia, Nova Zembla; wind-chill factor.    ... meer laten zien

Nederlands: sneeuwvlok, vlok
Pools: śnieżynka, śnieżyczka, płatek śniegu

2 snowflake

White Arctic bunting.

synoniemen: Plectrophenax nivalis, snow bunting, snowbird.

Pools: śnieżka, śnieguła zwyczajna, śniegułka, śnieguła


Moby betekeniswoordenboek: avalanche, blizzard, crystal, driven snow, flake, flurry, granular snow, igloo, mantle of snow, mogul, slosh, slush, snow, snow banner, snow bed, snow blanket, snow blast, snow fence, snow flurry, snow roller ... meer laten zien.

Vind elders meer over snowflake: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0259