- soothsayer als zelfstandig naamwoord:
- 1
soothsayer
zelfstandig naamwoord
1 soothsayer
Someone who makes predictions of the future (usually on the basis of special knowledge).
synoniemen: forecaster, predictor, prognosticator.
Roget 513: oracle; prophet, prophesier, seer, soothsayer, augur, fortune teller, crystal gazer†, witch, geomancer†, aruspex†; aruspice†, haruspice†; ... meer laten zien
Roget 994: sorcerer, magician; thaumaturgist†, theurgist; conjuror, necromancer, seer, wizard, witch; hoodoo, voodoo; fairy etc. ... meer laten zien
Nederlands: voorspeller, waarzegster, wittiger, koffiedikkijker, toekomstvoorspeller, waarzegger
Moby betekeniswoordenboek: Cassandra, Druid, astrologer, augur, calamity howler, crystal gazer, divinator, diviner, divineress, forecaster, foreknower, foreseer, foreshower, foreteller, fortuneteller, geomancer, haruspex, palmist, predictor, prefigurer ... meer laten zien.
Vind elders meer over soothsayer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0157