- stickpin als zelfstandig naamwoord:
- 1
stickpin
zelfstandig naamwoord
1 stickpin
A decorative pin that is worn in a necktie.
Nederlands: dasspeld
Moby betekeniswoordenboek: anklet, armlet, bangle, beads, bijou, bracelet, breastpin, brooch, chain, chaplet, charm, chatelaine, circle, coronet, crown, diadem, earring, fob, gem, jewel ... meer laten zien.
Vind elders meer over stickpin: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0267