Engelse synoniemen over ons - contact  

bijou

zelfstandig naamwoord

1 bijou

A small and delicately worked piece.

Roget 847a: jewel [general], , jewelry, jewellery; bijoutry; bijou, bijouterie [Fr.]; trinket; fine jewelry; costume jewelry, junk jewelry; gem, gemstone, precious stone.    ... meer laten zien

Roget 648: goodness etc. adj.; excellence, merit; virtue etc. 944; value, worth, price.    super-excellence, supereminence; superiority ... meer laten zien

Roget 845: beauty, the beautiful, to kalon [Gr.], le beau ideal.    [Science of the perception of beauty] aesthetics, callaesthetics.    [-beauty of people] pulchritude, form, elegance, grace, beauty unadorned, ... meer laten zien

Nederlands: kleinigheid


Moby betekeniswoordenboek: anklet, armlet, bangle, beads, bracelet, breastpin, brooch, chain, chaplet, charm, chatelaine, circle, coronet, crown, diadem, earring, fob, gem, jewel, locket ... meer laten zien.

Vind elders meer over bijou: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0297