Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

take over

werkwoord

1 take over

Seize and take control without authority and possibly with force; take as one's right or possession.

synoniemen: arrogate, assume, seize, usurp.

Nederlands: overnemen, aanmatigen, annexeren, toe-eigenen, toeƫigenen

2 take over

Take on titles, offices, duties, responsibilities.

synoniemen: adopt, assume, take on.

Nederlands: uitdagen, op zich nemen, aannemen, aanvaarden, belasten, opnemen, verplichten

3 take over

Free someone temporarily from his or her obligations.

synoniem: relieve.

4 take over

Take on as one's own the expenses or debts of another person.

synoniemen: accept, assume, bear.

Nederlands: overnemen

5 take over

Take over ownership of; of corporations and companies.

synoniemen: buy out, buy up.

6 take over

Do over.

synoniem: repeat.

7 take over

Take up and practice as one's own.

synoniemen: adopt, borrow, take up.

Nederlands: ontlenen, lenen, aannemen, overnemen

8 take over

Take up, as of debts or payments.

synoniem: absorb.


Moby betekeniswoordenboek: accept, acquire, admit, adopt, annex, appropriate, arrogate, assume, assume command, colonize, come by, come in for, conquer, copy, derive, derive from, drag down, draw, draw from, encroach ... meer laten zien.

Vind elders meer over take over: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0492