Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

tanning

zelfstandig naamwoord

1 tanning

Process in which skin pigmentation darkens as a result of exposure to ultraviolet light.

2 tanning

Beating with a whip or strap or rope as a form of punishment.

synoniemen: flagellation, flogging, lashing, whipping.

Nederlands: betakeling, geseling
Pools: chłosta

3 tanning

Making leather from rawhide.

Pools: wyprawa


Vind elders meer over tanning: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

tan

zelfstandig naamwoord

1 tan

A browning of the skin resulting from exposure to the rays of the sun.

synoniemen: burn, sunburn, suntan.

Nederlands: gebruinde kleur
Pools: opalenizna

2 tan

A light brown the color of topaz.

synoniem: topaz.

3 tan

Ratio of the opposite to the adjacent side of a right-angled triangle.

synoniem: tangent.

Nederlands: tangens
Pools: tangens, tg

werkwoord

1 tan

Treat skins and hides with tannic acid so as to convert them into leather.

Nederlands: leerlooien, looien

2 tan

Get a tan, from wind or sun.

synoniem: bronze.

Roget 433: render brown etc. adj.; tan, embrown, bronze.   

Nederlands: bruinen

bijvoeglijk naamwoord

1 tan

Of a light yellowish-brown color.

Roget 433: brown, bay, dapple, auburn, castaneous, chestnut, nut-brown, cinnamon, russet, tawny, fuscous, chocolate, maroon, ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: arrange, beige, bronze, brown, brownish, brownish-yellow, brunet, burn, chocolate, cinnamon, clear for action, clear the decks, cocoa, cocoa-brown, coffee, coffee-brown, cure, deploy, drab, dress ... meer laten zien.

Vind elders meer over tan: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0781