Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

wallop

zelfstandig naamwoord

1 wallop

A forceful consequence; a strong effect:
— The book packs a wallop.

synoniem: impact.

Nederlands: schokeffect

2 wallop

A severe blow.

Nederlands: knal, aai, baffer, beuk, doodklap, dreun, hengst, hijs, kleun, lel ... meer laten zien

werkwoord

1 wallop

Hit hard.

synoniemen: whack, wham, whop.

Roget 972: punish; chastise, chasten; castigate, correct, inflict punishment, administer correction, deal retributive justice; cowhide, lambaste [Slang].    visit upon, pay; pay out, serve out; ... meer laten zien

Roget 315: be agitated &c.; shake; tremble, tremble like an aspen leaf; quiver, quaver, quake, shiver, twitter, twire, writhe, toss, shuffle, ... meer laten zien

Nederlands: meppen, ranselen

2 wallop

Defeat soundly and utterly.


Moby betekeniswoordenboek: bang, bash, baste, bastinado, bat, batter, beat, belabor, belt, biff, birch, blast, blunder, bonk, boot, bop, buffet, bump, cane, careen ... meer laten zien.

Vind elders meer over wallop: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0524