- trifurcate als werkwoord:
- 1
trifurcate
werkwoord
1 trifurcate
Divide into three.
bijvoeglijk naamwoord
Roget 94: trifid; trisected etc. v.; tripartite, trichotomous†, trisulcate†. Triadelphous†, triangular, tricuspid, tricapsular†, tridental†, tridentate, tridentiferous†, ... meer laten zien
Moby betekeniswoordenboek: V-shaped, Y-shaped, arboreal, arborescent, arboriform, biforked, bifurcate, bifurcated, branched, branching, branchlike, crotched, deltoid, dendriform, dendritic, forked, forking, forklike, furcate, pronged ... meer laten zien.
Vind elders meer over trifurcate: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0283