Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

branching

zelfstandig naamwoord

1 branching

The act of branching out or dividing into branches.

synoniemen: fork, forking, ramification.

Roget 91: bisection, bipartition; dichotomy, subdichotomy; halving etc. v.; dimidiation.    bifurcation, forking, branching, ramification, divarication; fork, ... meer laten zien

Roget 242: symmetry, shapeliness, finish; beauty etc. 845; proportion, eurythmy, uniformity, parallelism; bilateral symmetry, trilateral symmetry, multilateral symmetry; centrality ... meer laten zien

Nederlands: splitsing, vertakking

bijvoeglijk naamwoord

1 branching

Having branches.

synoniemen: branched, ramate, ramose, ramous.

Roget 242: symmetrical, shapely, well set, finished; beautiful etc. 845; classic, chaste, severe.    regular, uniform, balanced; ... meer laten zien

2 branching

Resembling the branches of a tree.

Pools: gałęziasty, gałęzisty


Moby betekeniswoordenboek: V-shaped, Y-shaped, arboreal, arborescence, arborescent, arboriform, arborization, bifidity, biforked, biforking, bifurcate, bifurcated, bifurcation, bipartition, bisected, bisection, bowery, branched, branching off, branchlike ... meer laten zien.

Vind elders meer over branching: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0346