Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

bellwether

zelfstandig naamwoord

1 bellwether

Someone who assumes leadership of a movement or activity.

Roget 64: precursor, antecedent, precedent, predecessor; forerunner, vancourier, avant-coureur [Fr.], pioneer, prodrome, prodromos, prodromus, outrider; leader, bellwether; ... meer laten zien

Roget 694: director, manager, governor, rector, comptroller.    superintendent, supervisor, straw boss; intendant; overseer, overlooker; supercargo, husband, inspector, ... meer laten zien

2 bellwether

Sheep that leads the herd often wearing a bell.

Nederlands: trendsetter, haantje de voorste, belhamel


Moby betekeniswoordenboek: Mahdi, ancestor, announcer, antecedent, avant-garde, bell cow, bell mare, born leader, buccinator, bushwhacker, charismatic leader, choirmaster, choragus, conductor, coryphaeus, doyen, duce, ewe, ewe lamb, explorer ... meer laten zien.

Vind elders meer over bellwether: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0414