Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

charioteer

zelfstandig naamwoord

1 charioteer

The driver of a chariot.

Roget 268: traveler, wayfarer, voyager, itinerant, passenger, commuter.    tourist, excursionist, explorer, adventurer, mountaineer, hiker, backpacker, ... meer laten zien

Roget 694: director, manager, governor, rector, comptroller.    superintendent, supervisor, straw boss; intendant; overseer, overlooker; supercargo, husband, inspector, ... meer laten zien

Nederlands: wagenmenner

2 Charioteer

A conspicuous constellation in the northern hemisphere; between Great Bear and Orion at edge of Milky Way.

synoniem: Auriga.

Nederlands: Voerman


Vind elders meer over charioteer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0281