Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

breakable

zelfstandig naamwoord

1 breakable

An article that is fragile and easily broken.

bijvoeglijk naamwoord

1 breakable

Capable of being broken or damaged.

Roget 328: brittle, brash [U.S.], breakable, weak, frangible, fragile, frail, gimcrack, shivery, fissile; splitting etc. v.; lacerable, ... meer laten zien

Nederlands: breekbaar
Pools: łamliwy, kruchy


Moby betekeniswoordenboek: brittle, brittle as glass, cheap-jack, cobwebby, crackable, crisp, crispy, crumbly, crushable, dainty, delicate, delicately weak, effeminate, fissile, flimsy, fracturable, fragile, frail, frangible, friable ... meer laten zien.

Vind elders meer over breakable: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.051