Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

fall apart

werkwoord

1 fall apart

Lose one's emotional or mental composure.

synoniem: go to pieces.

2 fall apart

Go to pieces.

synoniemen: break, bust, wear, wear out.

Nederlands: breken, sneuvelen

3 fall apart

Break or fall apart into fragments.

synoniem: crumble.

Nederlands: afbrokkelen

4 fall apart

Become separated into pieces or fragments.

synoniemen: break, come apart, separate, split up.

Nederlands: schiften, begeven, bezwijken, kapotgaan, stukgaan


zelfstandig naamwoord

Roget 162: destruction; waste, dissolution, breaking up; diruption, disruption; consumption; disorganization.    fall, downfall, devastation, ruin, perdition, crash; ... meer laten zien

Vind elders meer over fall apart: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0368