Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

builder

zelfstandig naamwoord

1 builder

A substance added to soaps or detergents to increase their cleansing action.

synoniem: detergent builder.

Roget 690: doer, actor, agent, performer, perpetrator, operator; executor, executrix; practitioner, worker, stager.    bee, ant, working bee, ... meer laten zien

2 builder

A person who creates a business or who organizes and develops a country.

Nederlands: bouwer

3 builder

Someone who contracts for and supervises construction (as of a building).

synoniem: constructor.

Nederlands: aannemer, constructeur, bouwer, projectontwikkelaar
Pools: budowniczy


Moby betekeniswoordenboek: ancestors, apprentice, architect, artificer, artist, author, barber, beautician, begetter, beginner, brazier, bricklayer, cabinetmaker, carpenter, carver, chandler, conceiver, constructor, contractor, cooper ... meer laten zien.

Vind elders meer over builder: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0395