Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

concur

werkwoord

1 concur

Be in accord; be in agreement.

synoniemen: agree, concord, hold.

Roget 709: cooperate, concur; coact, synergize.    conduce etc. 178; combine, unite one's efforts; keep together, draw together, pull together, club together, hand together, ... meer laten zien

Roget 120: coexist, concur, accompany, go hand in hand, keep pace with; synchronize.   

Roget 178: concur, conduce, conspire, contribute; agree, unite; hang together, pull together, join forces, make common cause.    etc. (cooperate) 709; help to ... meer laten zien

Roget 290: converge, concur, come together, unite, meet, fall in with; close with, close in upon; center round, center in; enter in; pour in.    gather together, ... meer laten zien

Nederlands: concorderen, goedkeuren, toestemmen, het eens zijn, aansluiten, accorderen, bijvallen, instemmen, onderschrijven, ondersteunen ... meer laten zien

2 concur

Happen simultaneously.

synoniem: coincide.

Roget 488: assent; give assent, yield assent, nod assent; acquiesce; agree etc. 23; receive, accept, accede, accord, concur, lend oneself to, ... meer laten zien

Nederlands: coïncideren, samenvallen


Moby betekeniswoordenboek: accede, accompany, accord, acquiesce, act in concert, act together, affiliate, agree, agree in opinion, agree with, ally, amalgamate, answer to, assent, associate, assort with, band, band together, be consistent, be in cahoots ... meer laten zien.

Vind elders meer over concur: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0315