Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

fuse

zelfstandig naamwoord

1 fuse

An electrical device that can interrupt the flow of electrical current when it is overloaded.

synoniemen: electrical fuse, safety fuse.

Nederlands: lont, ontstekingsbuis, smeltdraad, smeltstop, stop, zekering
Pools: korek, bezpiecznik, bezpiecznik elektryczny

2 fuse

Any igniter that is used to initiate the burning of a propellant.

synoniemen: fusee, fuze, fuzee, primer, priming.

Roget 388: fuel, firing, combustible.    [solid fuels] coal, wallsend, anthracite, culm, coke, carbon, charcoal, bituminous coal, tar shale; turf, ... meer laten zien

Nederlands: lont
Pools: spłonka

werkwoord

1 fuse

Mix together different elements.

synoniemen: blend, coalesce, combine, commingle, conflate, flux, immix, meld, merge, mix.

Roget 384: heat, warm, chafe, stive, foment; make hot etc. 382; sun oneself, sunbathe.    go up in flames, burn to the ground (flame) 382.    ... meer laten zien

Roget 48: combine, unite, incorporate, amalgamate, embody, absorb, reembody, blend, merge, fuse, melt into one, consolidate, coalesce, centralize, ... meer laten zien

Nederlands: vermengen, samensmelten, verbinden, combineren, samenvoegen, mengen, mixen

2 fuse

Become plastic or fluid or liquefied from heat.

3 fuse

Equip with a fuse; provide with a fuse.

4 fuse

Make liquid or plastic by heating.


Moby betekeniswoordenboek: act in concert, act together, add, admix, aegis, affiliate, agglutinate, alloy, ally, amalgamate, arm guard, assemble, assimilate, associate, backstop, band, band together, be in league, bemingle, bind ... meer laten zien.

Vind elders meer over fuse: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0524