Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

agree

werkwoord

1 agree

Be in accord; be in agreement:
— We agreed on the terms of the settlement.
— I can't agree with you!.

synoniemen: concord, concur, hold.

Roget 178: concur, conduce, conspire, contribute; agree, unite; hang together, pull together, join forces, make common cause.    etc. (cooperate) 709; help to ... meer laten zien

Nederlands: concorderen, goedkeuren, toestemmen, het eens zijn, aansluiten, accorderen, bijvallen, instemmen, onderschrijven, ondersteunen ... meer laten zien

2 agree

Consent or assent to a condition, or agree to do something.

Nederlands: meegaan

3 agree

Be compatible, similar or consistent; coincide in their characteristics:
— The two stories don't agree in many details.

synoniemen: check, correspond, fit, gibe, jibe, match, tally.

Roget 23: be accordant etc. adj.; agree, accord, harmonize; correspond, tally, respond; meet, suit, fit, befit, ... meer laten zien

Roget 774: compromise, commute, compound; take the mean; split the difference, meet one halfway, give and take; come to terms etc. (contract) 769; submit to arbitration, abide by arbitration; patch up, ... meer laten zien

Nederlands: overeenkomen, overeenstemmen, rijmen, sluiten, stroken

4 agree

Go together.

synoniemen: accord, concord, consort, fit in, harmonise, harmonize.

Roget 714: agree etc. 23; accord, harmonize with; fraternize; be concordant etc. adj.; go hand in hand; run parallel etc. (concur) 178; ... meer laten zien

Roget 488: assent; give assent, yield assent, nod assent; acquiesce; agree etc. 23; receive, accept, accede, accord, concur, lend oneself to, ... meer laten zien

Nederlands: harmoniƫren

5 agree

Show grammatical agreement.

Nederlands: regeren

6 agree

Be agreeable or suitable.

7 agree

Achieve harmony of opinion, feeling, or purpose.

Nederlands: afstemmen, kortsluiten, afkaarten, tot een akkoord komen, beklinken, afspreken, overeenkomen


Moby betekeniswoordenboek: abide by, accede, accede to, accept, acclaim, accompany, accord, acknowledge, acquiesce, acquiesce in, admit, agree in opinion, agree on, agree to, agree with, allow, answer to, applaud, approach, approve ... meer laten zien.

Vind elders meer over agree: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0463