Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

driving

zelfstandig naamwoord

1 driving

Hitting a golf ball off of a tee with a driver.

synoniem: drive.

Nederlands: campagne

2 driving

The act of controlling and steering the movement of a vehicle or animal.

bijvoeglijk naamwoord

1 driving

Having the power of driving or impelling:
— A driving personal ambition.
— The driving force was his innate enthusiasm.

synoniem: impulsive.

2 driving

Acting with vigor.


Moby betekeniswoordenboek: acid, action, active, actuating, advancing, adventuresome, adventurous, agency, aggressive, ambitious, animating, assailing, assaulting, attacking, automobiling, bicycling, biking, biting, blinding, busing ... meer laten zien.

Vind elders meer over driving: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0419