Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

motor

zelfstandig naamwoord

1 motor

Machine that converts other forms of energy into mechanical energy and so imparts motion.

Roget 271: carrier, porter, bearer, tranter, conveyer; cargador; express, expressman; stevedore, coolie; conductor, locomotive, motor.    ... meer laten zien

Nederlands: elektromotor, motor
Pools: motor, silnik

2 motor

A nonspecific agent that imparts motion.

werkwoord

1 motor

Travel or be transported in a vehicle:
— They motored to London for the theater.

synoniem: drive.

bijvoeglijk naamwoord

1 motor

Conveying information to the muscles from the CNS:
— Motor nerves.

synoniem: centrifugal.

2 motor

Causing or able to cause motion:
— Motor energy.

synoniem: motive.

Pools: motorowy


Moby betekeniswoordenboek: active, aeromotor, alembic, anvil, appliance, arc-jet engine, auto, autocar, automobile, axial-flow turbojet, bicycle, bike, boat, buggy, bus, caldron, cam engine, car, catch a train, charioteer ... meer laten zien.

Vind elders meer over motor: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0428