Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

riding

zelfstandig naamwoord

1 riding

The sport of sitting on the back of a horse while controlling its movements.

synoniemen: equitation, horseback riding.

Roget 266: travel; traveling etc. v.. wayfaring, campaigning.    journey, excursion, expedition, tour, trip, grand tour, circuit, peregrination, ... meer laten zien

Roget 737a: government, legal authority, soveriegn, sovereign authority; authority etc. 737; master etc. 745; direction etc. 693.    [nations] ... meer laten zien

Nederlands: rijkunst, paardrijden, paardensport, paardesport, ruitersport
Pools: jazda konna

2 riding

Travel by being carried on horseback.

synoniem: horseback riding.


Moby betekeniswoordenboek: Kreis, anchorage, archbishopric, archdiocese, arrondissement, automobiling, bailiwick, bicycling, biking, bishopric, borough, busing, canton, charivari, chuck, city, commune, congressional district, constablewick, county ... meer laten zien.

Vind elders meer over riding: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0369