Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

haunch

zelfstandig naamwoord

1 haunch

The hip and buttock and upper thigh in human beings.

Roget 236: laterality; side, flank, quarter, lee; hand; cheek, jowl, jole, wing; profile; temple, parietes [Lat.], loin, ... meer laten zien

2 haunch

The loin and leg of a quadruped.


Moby betekeniswoordenboek: bank, beam, border, broadside, cheek, chop, coast, flank, hand, handedness, hip, jowl, laterality, many-sidedness, multilaterality, planking, profile, quarter, shore, side ... meer laten zien.

Vind elders meer over haunch: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.044