Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

jaunt

zelfstandig naamwoord

1 jaunt

A journey taken for pleasure.

synoniemen: excursion, expedition, junket, outing, pleasure trip, sashay.

Roget 266: travel; traveling etc. v.. wayfaring, campaigning.    journey, excursion, expedition, tour, trip, grand tour, circuit, peregrination, ... meer laten zien

Nederlands: plezierreis, pleziertocht, tochtje, trip, uitje, uitstapje, vakantiereis
Pools: wycieczka, wyprawa

werkwoord

1 jaunt

Make a trip for pleasure.

synoniemen: travel, trip.


Moby betekeniswoordenboek: airing, amble, bat around, bum, campaign, circuit, constitutional, count ties, course, cruise, divagate, drift, excursion, expedition, fare, flit, forced march, gad, gad about, gallivant ... meer laten zien.

Vind elders meer over jaunt: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0437