Engelse synoniemen over ons - contact  

offal

zelfstandig naamwoord

1 offal

Viscera and trimmings of a butchered animal often considered inedible by humans.

Roget 653: uncleanness etc. adj.; impurity; immundity, immundicity; impurity etc. 961 [of mind]. defilement, contamination etc. v.; ... meer laten zien

Nederlands: afval, orgaanvlees, slachtafval
Pools: ochłap


Moby betekeniswoordenboek: bilge, bilgewater, bones, carrion, chaff, culm, deadwood, debris, dishwater, ditchwater, draff, dregs, dust, filings, garbage, gash, hogwash, husks, junk, leavings ... meer laten zien.

Vind elders meer over offal: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0268