Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

must

zelfstandig naamwoord

1 must

A necessary or essential thing.

Roget 653: uncleanness etc. adj.; impurity; immundity, immundicity; impurity etc. 961 [of mind]. defilement, contamination etc. v.; ... meer laten zien

Nederlands: must

2 must

Grape juice before or during fermentation.

Pools: moszcz winny

3 must

The quality of smelling or tasting old or stale or mouldy.

synoniemen: moldiness, mustiness.

Pools: zastałość

bijvoeglijk naamwoord

1 must

Highly recommended.

Roget 961: impure; unclean etc. (dirty) 653; not to be mentioned to ears polite; immodest, shameless; indecorous, indelicate, indecent; Fescennine; loose, ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: absolute, allegiance, assigned task, bare necessities, be forced, be in for, be necessary, be obliged, binding, blast, blight, bounden duty, burden, burning, business, call for, call of duty, cancer, canker, cannot do otherwise ... meer laten zien.

Vind elders meer over must: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0442