Engelse synoniemen over ons - contact  

opposer

zelfstandig naamwoord

1 opposer

Someone who offers opposition.

synoniemen: adversary, antagonist, opponent, resister.

Nederlands: antagonist, anti, opponent, tegenpartij, tegenstander, tegenstemmer, tegenstrever, wederpartij


Moby betekeniswoordenboek: adversary, antagonist, anti, bitter-ender, brawler, con, defendant, diehard, disputant, dissentient, dissident, intransigent, irreconcilable, last-ditcher, litigant, match, naysayer, negativist, noncooperator, objector ... meer laten zien.

Vind elders meer over opposer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0455