Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

pulp

zelfstandig naamwoord

1 pulp

Any soft or soggy mass:
— He pounded it to a pulp.

synoniem: mush.

Roget 354: pulpiness etc. adj.; pulp, taste, dough, curd, pap, rob, jam, pudding, poultice, grume.    mush, ... meer laten zien

Nederlands: brij, pap
Pools: pacia, paćka, papka

2 pulp

A soft moist part of a fruit.

synoniem: flesh.

Nederlands: vlees, vruchtvlees
Pools: miękisz

3 pulp

A mixture of cellulose fibers.

Nederlands: pulp

4 pulp

An inexpensive magazine printed on poor quality paper.

synoniem: pulp magazine.

5 pulp

The soft inner part of a tooth.

Pools: miazga zębowa, miazga zęba

werkwoord

1 pulp

Remove the pulp from, as from a fruit.

2 pulp

Reduce to pulp.


Moby betekeniswoordenboek: albumen, batter, bonnyclabber, bruise, butter, cataplasm, cheap, chew, clabber, cornstarch, cream, crush, curd, cushion, dental pulp, dough, ease, egg white, flesh, fluff ... meer laten zien.

Vind elders meer over pulp: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0425