Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

soaker

zelfstandig naamwoord

1 soaker

A heavy rain.

synoniemen: cloudburst, deluge, downpour, pelter, torrent, waterspout.

Nederlands: hoosbui, plensbui, stortbui, wolkbreuk
Pools: ulewa, oberwanie chmury

2 soaker

A person who drinks alcohol to excess habitually.

synoniemen: alcoholic, alky, boozer, dipsomaniac, lush, souse.

Roget 959: drunkenness etc. adj.; intemperance; drinking etc. v.; inebriety, inebriation; ebriety, ebriosity; insobriety; intoxication; temulency, ... meer laten zien

Nederlands: alcoholiste, alcoholica, alcoholicus, alcoholist, alcoholverslaafde, drankorgel, drankverslaafde, drankzuchtige, drinkebroer, kannekijker ... meer laten zien
Pools: alkoholik, pijak


Moby betekeniswoordenboek: alcoholic, alcoholic addict, bacchanal, bacchanalian, bibber, big drunk, boozehound, boozer, brash, burst of rain, carouser, chronic alcoholic, chronic drunk, cloudburst, deluge, devotee of Bacchus, dipsomaniac, downfall, downflow, downpour ... meer laten zien.

Vind elders meer over soaker: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0305