Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

speciality

zelfstandig naamwoord

1 speciality

An asset of special worth or utility.

synoniemen: forte, long suit, metier, specialty, strength, strong point, strong suit.

2 speciality

A distinguishing trait.

synoniemen: distinctiveness, peculiarity, specialness, specialty.

Roget 79: speciality, specialite; individuality, individuity; particularity, peculiarity; idiocrasy etc. (tendency) 176; personality, characteristic, mannerism, idiosyncrasy; ... meer laten zien

Pools: osobliwość, fenomen, dziw

3 speciality

The special line of work you have adopted as your career.

synoniemen: specialisation, specialism, specialization, specialty.

Nederlands: specialisatie, specialisme, specialiteit


Moby betekeniswoordenboek: ability, accomplishment, adeptness, aptitude, area, art, baby, bag, bump, caliber, capability, capacity, concentration, craft, cup of tea, definiteness, dower, dowry, endowment, equipment ... meer laten zien.

Vind elders meer over speciality: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0349