Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

skill

zelfstandig naamwoord

1 skill

An ability that has been acquired by training.

synoniemen: accomplishment, acquirement, acquisition, attainment.

Roget 698: skill, skillfulness, address; dexterity, dexterousness; adroitness, expertness etc. adj.; proficiency, competence, technical competence, craft, callidity, ... meer laten zien

Nederlands: handigheid, behendigheid, vernuft, kundigheid, geschiktheid, competentie, gave, capaciteit, begaafdheid, aanleg ... meer laten zien
Pools: umiejętność

2 skill

Ability to produce solutions in some problem domain:
— The skill of a well-trained boxer.

synoniem: science.


Moby betekeniswoordenboek: Mnemosyne, ability, accomplishment, adeptness, adroitness, affect memory, anterograde memory, aptitude, art, artistry, ascendancy, atavism, capability, cleverness, collective memory, command, computer memory, craft, cunning, deanship ... meer laten zien.

Vind elders meer over skill: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0433