Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

specialty

zelfstandig naamwoord

1 specialty

An asset of special worth or utility.

synoniemen: forte, long suit, metier, speciality, strength, strong point, strong suit.

Roget 771: security; guaranty, guarantee; gage, warranty, bond, tie, pledge, plight, mortgage, collateral, debenture, hypothecation, ... meer laten zien

2 specialty

A distinguishing trait.

synoniemen: distinctiveness, peculiarity, speciality, specialness.

Pools: osobliwość, fenomen, dziw

3 specialty

The special line of work you have adopted as your career.

synoniemen: specialisation, specialism, speciality, specialization.

Nederlands: specialisatie, specialisme, specialiteit


Moby betekeniswoordenboek: academic discipline, academic specialty, adjunct, applied science, appurtenance, area, arena, aroma, arrangement, art, aspect, attribute, badge, bond, brand, business, cachet, calling, career, career building ... meer laten zien.

Vind elders meer over specialty: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0394